Team 3 loopt vast in veen (19 februari)
Donderdag 18 februari zakte ons derde team met 3 invallers af naar een vergeten plek in Waddinxveen, waar voornamelijk stroopwafels worden gebakken en blijkens de welkomstborden malafide klusjesmannen rondlopen. Het mag een wonder heten dat Rob van der Lee ooit deze plek zonder Tomdom heeft weten te vinden, want zelfs dit apparaat werd duizelig van de vele rotondes en wisselende rijrichtingen. Na de bezichtiging van de sociale marktplaats in het Prachthuis vorige maand, belandden wij uiteindelijk juist op tijd in een heuse sociale fabriek, het Anne Frank Centrum, waar de Waddinxveense Schaak Vereniging al sinds jaar en dag honk houdt. De efficiëntie en het design droop van het gebouw af en hier kon je goed zien waar al die tegenstrijdige eisen van brandveiligheidsinspecties en ARBO-diensten toe leidden, met uitgeroeid contant geld, vanwege die malafide klusjesmannen zeker, tot aan tot links- èn rechtsdraaiende WC-rollen op de toiletten aan toe.

Onze zelfopgelegde opdracht was om over de laatste 2 wedstrijden niet meer dat 7 halve verliespunten aan onze broek te krijgen, want alleen zo zouden wij koploper Erasmus 1 in de nek kunnen blijven hijgen. Om op de zaken vooruit te lopen en zoals dat met voorspellingen en verwachtingen van schaakuitslagen gaat, werden dat er precies 8.

Het begon allemaal nog redelijk, met vlotte winstpartijen van Alek en Arend. Fung kwam terecht in een dame+paard eindspel uit een klassieke Caro-Kann, waar alleen wit meestal een splinter beter staat, dus die 1e remise kon er mee door. Daarna volgden de lijdenswegen van Arrian en Wouter, die overigens wel gecomplimenteerd moeten worden voor het enthousiasme waarmee ze aan deze invalklus begonnen. Wouter verdwaalde echter in een BenOni-woud en Arrian behandelde een Spaanse afruilvariant met bxc6 net iets te passief, waarmee de teller ruim voor elven op 5 stond.
De laatste invalbeurt van Leo van Dongen, die zojuist zijn vergelijkend sociologisch onderzoek naar Europese werknemersculturen met succes had afgerond (eindstand:D-Fr-E) en per trekschuit vanuit Gouda bijna in het veen bleef steken omdat de stroom was uitgevallen, iets wat niemand echt goed begreep, eindigde wel in een knappe remise in exotisch Schots, waar Ton van Nieukerke alles van wist en Leo veel minder.

En dus mocht er niets meer fout gaan bij de zogenaamde kopmannen in vorm Leo de Jager en Keet.
Dat werden dus rollercoasters die elke beschrijving tarten. Leo de Jager kreeg een woeste aanval over zich heen, stond totaal verloren, maar door een verkeerd stukoffer van Ronald Dannis draaide de stelling volledig om in een toreneindspel met pion meer voor Leo. Toch wist hij 2 verbonden vrijpionnen niet eerder naar de overkant te brengen dan 1 witte op de andere vleugel, die nog vrijgemaakt moest worden ook.
Maar het kon nog erger, want ik speelde tegen de professonele amateur Wim Mulder, die in maar liefst 3 verenigingscompetities opereert, behalve die van WSV ook van Nieuwerkerk en De IJssel. Dat was op zich een bijzondere ervaring. Hij zou een eervolle vermelding in Jaco's irri-toptien moeiteloos gehaald hebben, als die nog bestond, ontelbare keren per zet leek hij een zakdoek als witte vlag te hijsen ten teken van overgave. Pas na enige tijd kreeg ik door hier te maken te hebben met een evolutionair gezien nog onbegrepen gedragsvariant.
Bijna kreeg ik dezelfde Siciliaanse variant als tegen Spaan op bord. Net op tijd zag ik in dat Lxe6 hier niet zou werken. Wim ging onverdroten met 2 paarden en loper rondom mijn koning staan, die omzichtig met kleine zetjes teruggedreven dienden te worden. Toen dat lukte, nam ik nog gratis een pion mee en was het zo goed als uit. Na het winnende loperoffer Lh6 gemist te hebben, ontspoorde mijn stelling volledig, want binnen 5 voor de hand liggende zetjes stond ik plotseling straalverloren en offerde dan maar een kwaliteit voor een vrije d-pion, die ik door een blunder ook nog zo weer weggaf.
Volkomen hopeloos natuurlijk, maar Wim, met nog bijna een uur op de klok, wist verder geen ingewikkelde dingen op het bord te toveren die niet binnen 15 seconden waren op te lossen en daarmee kwam zowaar de '7de' remise op het scorebord en gingen we zien hoe Leo’s pionnen naar dames zouden snellen. Tot grote teleurstelling van alle omstanders kwam er zelfs niet 1 dame op het bord en was de '8e' remise een feit. Doelstelling met precisie gemist.

Maar met 4-4 mogen we dus in de handjes knijpen, want bij 3-5 zou onze handdoek echt in de ring gelegen hebben. Die bleef nu losjes rond de schouders en met 4 auto's in nachtelijke file maakten wij ons uit de voeten langs Waddinxveense slingerwegen en begrepen wij voor het eerst goed Lee's verwarring, dat als je op de heenweg een rotonde links neemt, je die op de terugweg rechts moet nemen, of andersom, of juist precies hetzelfde; je komt er nooit uit en vielen nog draaierig ons bed in. (Koots Keet)

   WSV 1                   1762 - RSR Ivoren Toren 3      1812 4  - 4
1. Wim Mulder              1768 - Herman Keetbaas         1916 ½  - ½
2. Ronald Dannis           1849 - Leo de Jager            1850 ½  - ½
3. Wim Hennink             1902 - Alek Dabrowski          1956 0  - 1
4. Hans van Woudenberg     1799 - Michael Fung            1912 ½  - ½
5. Arjen Zuurmond          1686 - Arend Bongers           1841 0  - 1
6. Peter de Louw           1738 - Arrian Rutten           1726 1  - 0
7. Willem van der Hoek     1652 - Wouter Scheffer         1595 1  - 0
8. Ton van Nieukerke       1698 - Leo van Dongen          1696 ½  - ½