RSR 3 - De IJssel, gespeeld 30 oktober 2015 (31 oktober)
Op de ALV is altijd een heikel punt wie de teamleiders worden. Een k.baan van het zuiverste water. Dus als iemand per ongeluk hoest dan is het weer geregeld en ben ik het in ieder geval niet. Eerst een team bij elkaar bedelen, dan een opstelling maken zonder dat iemand onder grof gevloek zijn mening geeft. Dan het seizoen zelf, iedere wedstrijd weer die spelers vertellen dat ze op moeten draven, vervangers zoeken, dan de kleuren weer ruilen, op het laatste moment vervangers zoeken, de stukken opzetten, thuis waar haal je een wedstrijdleider vandaan, uit auto’s regelen, zorgen dat iedereen op tijd op de verkeerde plek staat of andersom, bekvechten met de wedstrijdleider en ik ben vast nog wel wat vergeten. En dan als klap op de vuurpijl een stukje schrijven. Goed, ik ben geen teamleider, en als ik om half tien klaar ben [zie partijfragment], kan ik relaxed kijken naar het gezwoeg op de resterende borden.

Onze teamleider is de hele avond één keer achter zijn bord vandaan gekomen en dat alleen om mij om zo’n beetje vijf voor twaalf te vragen een stukje te schrijven. Eigenlijk moet je dan als weldenkend teamlid ter plekke meedelen dat je het hele weekend weg moet, dat je PC gecrasht is en je ook geen pen en papier in huis hebt. Maar ja, sul die ik ben zeg ik schaapachtig ja.

Er zijn nog twee borden waarop gevochten wordt en we staan met 3½-2½ voor. Gelopen race? Vergeet het maar. Lola gaat zeker voor een matchpunt zorgen, maar of ze gaat winnen valt te betwijfelen. De hele avond heeft ze druk gehad op de isolani op d4, maar haar tegenstander biedt hardnekkig weerstand en weigert verdere verzwakkingen te maken. Onze teamleider staat intussen dramatisch slecht [zie diagram].



Hoe zijn we eigenlijk op deze tussenstand gekomen. Na mijn snelle overwinning [geflatteerd door de aangeslagen tegenstander, zie verslag op de site van de IJssel], is het lang wachten op uitslagen. Zo tussen tien en half elf ziet het er als volgt uit: Met Michael gaat het op bord 2 niet goed, zijn stelling mist alle verband en de h-lijn ziet er wel heel uitnodigend uit voor Pim. Alek daarentegen heeft toch een koningsaanval opgezet en lijkt het met een torenoffer uit te maken. Saillant detail: Alek heeft meer minuten [55] dan zijn tegenstander seconden [13] heeft. Arend heeft én het loperpaar én een pluspion, kat in het bakkie. Evert heeft zijn tegenstander weggespeeld, alleen nog even die witte pion op e6 oprapen en nog een kat in het bakkie. Mark lijkt verzand in een remise-eindspel met ieder dame en loper en vastgeschoven pionnen.

Dan gaat het helemaal fout. Evert lijkt me rijp voor de psychiater, met elke zet blijft hij gewonnen staan, maar bekruipt je meer en meer het gevoel dat dit niet goed gaat aflopen. En warempel hij vindt een mat in één [en zijn tegenstander ook]. Arend heeft het dicht laten schuiven en het zwarte paard controleert alles. Arend heeft nog drie dagen en 500 zetten doorgespeeld, maar meer dan remise zat er niet [meer] in. Aleks tegenstander moet heel snel een zet doen, doet dat ook en Alek gaat de denktank in om de genadeklap uit te delen, die echter blijkt te bestaan uit een enorme misgreep. Zijn tegenstander ontsnapt gehaaid naar een slecht toreneindspel waarna Alek mag proberen nog een keer te winnen. Wat hij gelukkig netjes doet. Michaels stelling is een rokende ruïne. Gelukkig hebben we Mark nog die vandaag bloed uit stenen weet te wringen. Toen ik me net omdraaide was het potremise, kom ik terug van een barbezoek staat hij ineens veelbelovend beter, en dan gaat het ineens heel gemakkelijk, schaakje, schaakje met pionwinst, schaakje, schaakje met pionwinst, schaakje, en nee geen drie keer hetzelfde, nu schaakje met loperwinst.

En zo komen we bij Hermans diagram. Voor de [on]zekerheid nog een keer:



Niet alleen staat hij slecht, oh ja rocheren mag niet meer, maar bovendien begint zijn tijd ook nog eens op te raken. Hoe moet je dit in vredesnaam remise houden? Keets oplossing is het krankzinnige loperoffer op 37.Le5. Wit neemt het terecht aan. Dan komt met veel aplomb 37...Dh4. En wit speelt a tempo 38.Df4???? Dreigt mat, maar het is uit na 38...Dh1. Met 38.Pf3 terug lijkt wit de aanval te pareren en te winnen. Amusant en leerzaam was de discussie over de variant 38.Td8 Dd8 39.Dd8 Kd8 40.Pf7 en wit wint volgens iedereen. Behalve volgens Wim die doodleuk beweert dat zwart na 41...Ke8 [enige] wint omdat na 42.Ph8 b5 de witte knol niet in staat is de pion tegen te houden. En dat had Wim gezien in de tijd [hooguit halve minuut] die Wit nodig had om Df4 te vinden. (Leo de Jager)

   RSR Ivoren Toren 3      1862 - De IJssel 1             1770 5  - 3
1. Herman Keetbaas         1916 - Leon Jacobse            1894 1  - 0
2. Michael Fung            1912 - Pim te Lintelo          1906 0  - 1
3. Leo de Jager            1850 - Justin Jacobse          1916 1  - 0
4. Alek Dabrowski          1956 - Hans Lodeweges          1857 1  - 0
5. Lola den Dunnen         1747 - Mick van den Berg       1764 ½  - ½
6. Arend Bongers           1841 - Leen Boonstra           1641 ½  - ½
7. Evert Mulder            1853 - Rien Duine              1602 0  - 1
8. Mark Beijen             1821 - Sjaak in 't Veld        1582 1  - 0