Nous sommes koekiebakkies (1 februari)
Vooral door een gebrek aan realiteiszin en ook enige pech in de afronding is de 4e wedstrijd van team 3 in de promotieklasse, op vrijdag 30 januari, tegen Messemaker 1847 2 verloren gegaan met 2-6. Zo’n wedstrijd kun je niet ingaan met het idee om ze wel even in te pakken. Zelfs de mogelijkheid dat het wel eens een gelijkspel zou kunnen worden, bleek een gewaagde voorspelling, waardoor de bezoekers er eens extra voor gingen zitten. Eigenlijk hebben we tegen Messemaker 1847 2 alleen maar een kans als we alle 8 tot de laatste seconden bereid zijn om er uit te halen wat er in zit. Tegen alle teams in de promotieklasse komen er dan altijd mogelijkheden voor een stuntje. Ook in deze wedstrijd zat dat er in. Laat ik daarom met het goede nieuws beginnen.

Lola haalt als invaller voor Bob het enige volle punt binnen, tevens haar eerste punt voor team 3 in de promotieklasse. Tegen Wouter Schönwetter hield ze lang het hoofd koel en benutte dat kleine kansje, die altijd komt. Bij Lola kan de vlag uit.
Daarmee was gelijk de helft van onze schamele buit binnen. Een kwart van die buit schreef Arend op zijn naam. Hij heeft inmiddels zoveel ervaring opgedaan met zijn klassieke carokann, dat hij er zelfs Messemaker2’s hoogstgerate speler Eduard van Dijk, die dit seizoen misschien wat uit vorm lijkt, mee in bedwang kan houden. Hij zocht zijn heil in een kwaliteitsoffer om Arend te beteugelen. Knappe partij van Arend.
Tweesnijdender werd het bij Joop. Weliswaar eiste hij als eerste het laatste kwart van onze buit op, maar dat kwam wel op een heel ongelukkig, vroeg tijdstip. Tegen invaller Ton Hortensius zou je toch wat langer de ballen in de lucht moeten en willen houden. Toen rond tienen Joop de probleempuist weer op zijn rug hees en team 3 in zijn sop liet gaarkoken, was dat een voorbode van de rampen die nog komen gingen.

Alek was wel hard op weg om zijn tegenstander in te pakken, maar overzag op het laatst een penning die een stuk kostte. Leo moest het doen met een kwaliteit minder tegen een pion. Een lastige klus, die Kees Brinkers toch wist te klaren. Michael verloor in het vroege middenspel ineens een paar pionnen en was verder kansloos. Mark kwam in een siciliaan niet uit een lastige stukkenknoop, gaf er twee voor een toren, maar dat was niet voldoende om zijn stelling te redden. Zelf had ik tegen Arjan van der Leij een heerlijke, maar moeilijke stelling uit een geweigerd carokanngambietje. Legio plannen en vele kleine combi’s zaten er in, voor beide partijen kan het snel fout gaan. In het late middenspel maakt Arjan die fout ook, die een paar pionnen kostte. Met nog een paar seconden bood hij nog remise aan, maar dat was nutteloos, gezien de tussenstand. Gelijk daarna geef ik mijn paard weg en dan hoef je tegen Arjan geen remise meer aan te bieden.
Kortom, als Alek en ik geen stuk hadden gemorst, zou Paul nog gelijk hebben gekregen ook. Maar as is verbrande turf en we staan weer met beide benen op de degradatiegrond. (Koots Keet)

   RSR Ivoren Toren 3      1871 - Messemaker 1847 2       1952 2  - 6
1. Herman Keetbaas         1973 - Arjan van der Leij      2046 0  - 1
2. Michael Fung            1898 - Remco Hylkema           1979 0  - 1
3. Arend Bongers           1773 - Eduard van Dijk         2100 ½  - ½
4. Mark Beijen             1825 - Arjan Hennink           2011 0  - 1
5. Leo de Jager            1924 - Kees Brinkers           1929 0  - 1
6. Alek Dabrowski          1985 - Wim Hennink             1902 0  - 1
7. Joop Klijn              1867 - Ton Hortensius          1803 ½  - ½
8. Lola den Dunnen         1724 - Wouter Schonwetter      1846 1  - 0