Let's make our chessclub great again! (12 november)
Clubgenoten! Het zijn verwarrende tijden. Een tsunami aan eerste en tweede team-spelers hebben onze mooie club de rug toegekeerd, teleurgesteld als ze zijn in de hoge heren van het bestuur die de clubcultuur verkwanselen aan chips-etende jeugdspelers zonder respect voor degenen die de vereniging met blote handen hebben opgebouwd! Paul Trump in het eerste team, Joost Ros bovenaan in de interne, dat moeten we toch niet willen met z'n allen? Er schijnen vandaag de dag zelfs vrouwen te worden toegelaten, de ballotagecommissie laat de grenzen wagenwijd openstaan! Straks wordt er nog een vrouw president van de Verdeelde Staten van Amerika, gekker moet het niet worden!
Vroeger was alles beter, vond ook Koots Keet, en hij bouwde op de 2e verdieping van het Nivon een teletijdmachine. Rob van der Lee zette - net als in de jaren '50 - de stukken klaar, Paul Dekker hield - net als in de jaren '30 - een vlammende openingsspeech. Koots' team rook behalve naar grootmoeders erwtensoep vooral naar degelijkheid en nostalgie. Kijk ze zitten, het gouden binnentrio uit de jaren '80 met de overbekende, klinkende namen: Spaan! Herbie! Plas! Herenigd om als vanouds heldhaftig de troepen aan te voeren. Het middenveld bestaande uit Paul Batenburg en Leo de Hunter, één brok onverzettelijkheid die als een dubbele muur de gelukszoekers uit Spijkenisse moeiteloos zou tegenhouden. Dan de verdediging; duizend jaar schaakervaring met Alek Da Browski, die de Berlijnse muur niet heeft helpen afbreken, nee hij legde de eerste steen! Wil Sparreboom heeft de jonge Steinitz nog lesgegeven toen die in zijn korte broek net kwam kijken. En Koots Keet zelf heeft tijdens het uitvinden van de boekdrukkunst Einstein nog even de finesses van de atoombom uitgelegd. Kortom acht weapons of mass destruction aan de aftrap!

Zoals het een eerste bordspeler betaamt opende Plas de score. Zijn tegenstander had een gemeen variantje tegen de Winawer (4.Pe2), maar kon niet weten dat Rob tegen ieder gemeen Frans variantje een minstens zo gemeen tegenvariantje klaar heeft liggen (1-0). Bij Alek (bord 6) was er ergens een paard in de doofpot verdwenen. Zijn tegenstander wist alle rommeltrucs die Alek altijd weet te verzinnen bekwaam te neutraliseren (1-1). Lang konden de immigratiërs met een Spijkenisse-achtergrond hier niet van genieten: Herbie (bord 2) had alle bejaarde dogma's overboord gegooid en viel tegelijk aan op de damevleugel, koningsvleugel en door het centrum. Zwart had niet genoeg vingertjes om alle gaten in de dijk dicht te houden (2-1). De overige vijf partijen werden allen beslist in een zenuwslopende tijdnoodfase. Wil (bord 7) kon de inktvis op d6 met moeite neutraliseren, maar wel ten koste van teveel gaten en pionnen (2-2). De in topvorm verkerende Hunter (bord 5) was een eindspel met torens en goede loper tegen slecht paard aan het melken met zijn tegenstander ook nog in eeuwige tijdnood. Maar net toen het gewonnen leek gingen alle pionnen eraf (2½-2½). Koots Keet (bord 8) sloeg eigenhandig een beslissende slag, het duwen en trekken met venijnige dreiginkjes en gemene tussenzetjes werd de Spijkenisser uiteindelijk teveel (3½-2½). Spaan (bord 3) leek een tactisch meesterwerk te schilderen, maar zijn tegenstander bleek niet onder de indruk, offerde een kwal terug en viel brutaal binnen. Even flexibel als van team, wisselde Spaan van taktiek en hield het mindere eindspel moeiteloos remise (4-3). En dus mocht Paul B (bord 4) de beslissende goal scoren. Het leek of hij het als een Ronaldo hier speciaal op aan liet komen, immers hij kon al veel eerder een stuk winnen maar negeerde onbewogen c6+ en de verbaasde blikken van de toeschouwers. Net toen het helemaal fout leek te gaan won hij alsnog de volle kwaliteit, de rest was techniek (5-3).
Koots Keet kreeg op de korte persco na afloop het publiek op de banken: "Ask not what your chessclub can do for you, ask what you can do for your chessclub! Read my lips: No More Promotieklasse!" De licht hysterische menigte was tot diep in de nacht te horen: RSR! RSR! RSR! (Plas)

   RSR Ivoren Toren 2      2018 - Spijkenisse 2           1932 5  - 3
1. Rob van der Plas        2144 - Rick van der Pluijm     2000 1  - 0
2. Herbert van Buitenen    2116 - Wilmar Meijer           2050 1  - 0
3. Nathanael Spaan         2132 - Joey Brokaar            1999 ½  - ½
4. Paul Batenburg          1999 - Fabian van Buuren       1924 1  - 0
5. Leo de Jager            1933 - Paul de Freytas         1921 ½  - ½
6. Alek Dabrowski          1985 - Kostandinos Sideras     1867 0  - 1
7. Wil Sparreboom          1885 - Rob Kalkman             1860 0  - 1
8. Herman Keetbaas         1946 - Werner Hubner           1833 1  - 0