What’s in names: Rare Schaakvereniging Rotterdam1 wint van S.Landau Axel1 (9 februari)
Niet alles ging goed met ons 1e team tot nu toe, als eerste geplaatst in KNSB klasse 2C. Des te beter ging het met een van de laagst geplaatste teams in deze klasse met de zo mogelijk nog exotischer naam S. Landau Axel. Sterker nog, voor aanvang van deze 5e ronde, op zaterdag 7 februari 2015, stonden zij in match- en bordpunten op ons voor. Hoogste tijd dus om een tij te keren. Mazzel was dat we thuis speelden, want het Zeeuwsvlaanderse dorp Axel ligt nog iets dichter bij de Belgische grens dan Sas van Gent, een club die we wel goed kennen van uitwedstrijden en waarbij een extra broodtrommeltje goed van pas komt. Je moet dus altijd uitkijken, dat bezoekers uit deze verre contreien de gevergde reistijd willen compenseren.
Lichten we het doopceel van deze vereniging dan zien we dat Salo Landau (* 1903) een Poolse jood was, die in 1936 kampioen werd van Nederland, omdat Euwe als verse wereldkampioen even niet meedeed. MInder bekend is dat hij in de door Euwe gewonnen WK-match in 1935 secondant was van Aljechin, die in de 24e partij de winst liet glippen, waarna ze ruzie kregen en Landau opstapte. Aljechin verloor de volgende 2 partijen, waarvan de laatste de parel van Zandvoort werd en tot postzegel verheven.
Zes jaar later, toen Aljechin zijn wereldtitel allang weer terughad, schreef deze een ronkend antisemitisch artikel in een Duits blad, waarin hij het ‘van joden vergeven organisatiecomité’ ervan beschuldigde dat Landau hem was opgedrongen. Nog een jaar later werd Landau vermoedelijk verraden door iemand die hem een vluchtroute naar Zwitserland aanbood. Samen met vrouw en kind werd hij afgevoerd naar Duitse kampen, waar ze het in elk geval niet hebben overleefd.
De Axelse schaakvereniging werd in de oorlog opgericht. De naamswijziging stamt uit 1946 en hun clubblad heette toen De Secondant. Het kan ook best zijn dat de bevrijding van Axel door een Poolse divisie nog een rol heeft gespeeld.

Omdat teamleider Michael Fung op 6 februari er achter kwam dat hij de volgende dag zelf moest spelen, mocht ik zijn secondant teamlijder zijn. Toen ik tussen 2 en 3 uur even een rondje met het hondje ging doen en terugkwam in de speelzaal, was Michael al klaar! Michael weet in zijn draak met a5 precies wat de goede plannen zijn, tegenstander Wim Versporten verloor pion e4. Die had er gelijk geen zin meer in en zag meer heil in een rondje Rotterdam en kwam pas terug toen de wedstrijd al afgelopen was. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat hij op zoek is gegaan naar Oppert 69, de laatste verblijfplaats van Salo Landau in Rotterdam.
Oscar was ook heel snel klaar met teamleider/invaller Wim Sinke. In een Italiaan met Oscars koelbloedige Pxe4 belandde hij regelrecht in zijn huizige vlijt. Gelijk pennen met Te1 was het enige. Nu verloor wit een pion en het eindspel was gruwelijk kansloos. Dolf liet tegen Johnny Schalkx nog eens zien dat een Steiner carokann met e5 bestrijden eigenlijk niet te doen is, als zelfs zwarts hoop om een pionnetje mee te pikken met Lxf2+ niet werkt. Voor die pion kreeg Dolf alle open lijnen voor lopers en torens, die je maar wensen kan.
Wim haalde vervolgens het eerste matchpunt op het droge. In een Pirc kwamen zwarts stukken wat ongelukkig te staan. Wim blies het zaakje met f5 mooi op. Na de doortocht met e6 konden alle witte stukken zo de stelling binnenwandelen om alle ongedekte of gepende stukken aan de tand te voelen (4-0).
Op de overige vier borden stonden toen al overal eindspelen en er was op geen enkel moment enige twijfel dat ergens een winnend matchpuntje gescoord zou worden, al was de uiteindelijke naoogst wat mager.
Joosts partij tegen Kedem Gutkind was het verhaal van een ingeloten paard op f2. Een groot deel van de partij zocht Joost naar mogelijkheden om de dekking door een zwarte loper te onderbreken, maar dat lukte maar niet. Oprukkende zwarte pionnen schoten te hulp en ineens was het paardje een horzel geworden (4-1).
Plas had in vreemd Hollands wat te stellen met een gevaarlijke open g-lijn. Hij zag echter kans om de torens af te ruilen en in het dame-eindspel probeerde hij de betrekkelijkheid van de goede-loper-theorie aan te tonen. Wat heet - nog nooit was een goeie loper zo slecht. Enige functie was de dekking van op h4 verdwaalde pion. Zeven witte pionnen stonden op de loperkleur, maar als een zelfvernietigende raket het witte pionnenbos inschieten, was het enige wat deze arme loper nog kon doen. Plas’ paarden stelden zich de hele partij terughoudend op, maar toen een stel werd afgeruild, kreeg zijn laatste paardje vrij spel (5-1).
Harmen heeft zijn hele partij eigenlijk geen poot aan de grond gekregen. Hij kon nog net afwikkelen naar een toreneindspel met pion minder, waarin een remiseweg te goed verstopt lag. Wel een pluim voor Harmens vasthoudendheid om te partij zo lang mogelijk te rekken. Het leek zowaar dat hij steeds minder verloren kwam te staan (5-2).
Als laatste was Spaan bezig met een paardeindspel met een pion meer. Een aardige probleemstelling kon daar ontstaan als Spaan in een creatieve bui was geweest:



Hij speelde 1....Kh4, wat waarschijnlijk ook nog gewonnen is. Maar hij had ook c4 kunnen doen, waarmee hij zich van de witte vrijpion kon ontdoen, want na 2. Kxg5 komt Pc5!! Na d8D krijg je gewoon Pe6+xd8-b7-c5xa4xc3 en zwart wint. Minorpromotie met paard kan ook, maar dan blijkt dat 2 witte paarden niet alle zwarte pionnen kunnen stoppen: 3.d8P Pxa4; 4.Pb7 Pxc3; 5.Pxa5 Pe4+; 6.Kf5 Pd2 en wint. Een mooie knollenrace. We begrijpen dat dit voor een reïntegrerende groep2-speler teveel gevraagd is, maar het moet ook gezegd dat Spaan verdomd weinig tijd meer over had. Remise dus en 5½-2½.

Al met al een fatsoenlijke uitslag en wie weet komt het allemaal nog goed. Publiek in de vorm van rare Rotterdamse schakers was er niet of nauwelijks, tenzij we de supporters van Charlois3, die ons 2e team van illusies ontdeed, erbij rekenen. Eerst maar eens de volgende hobbel Spijkenisse zien te nemen. (sTL Keet)

   RSR Ivoren Toren       2145 - S. Landau Axel              1995 5½ - 2½
1. FM Oscar van Veen      2305 - Wim Sinke                   1887 1  - 0
2. Joost van Rosmalen     2130 - Kedem Gutkind               1998 0  - 1
3. Nathanael Spaan        2192 - Dennis van Vliet            2009 ½  - ½
4. Dolf Meijer            2217 - Johnny Schalkx              2184 1  - 0
5. Harmen van de Werken   2065 - Gertjan Verhaeren           2028 0  - 1
6. Rob van der Plas       2153 - Patrick Moens               1916 1  - 0
7. Michael Fung           1919 - Wim Versporten              1973 1  - 0
8. Wim Koster             2180 - Randy van Houtte            1965 1  - 0