Schoolreisje naar Zeist (23 maart)
Tja, wat bracht Paul Dekker en mij er in hemelsnaam toe om op een sombere dinsdagmiddag naar Zeist af te reizen. Toch zeker niet vanwege het optreden van ons KNSB-team en al evenmin om een oefensessie van het Nederlands elftal te aanschouwen, daar gaan wij de kostbare tijd van onze lezers niet aan verspillen. Neen, het betrof hier een staartje van het afgelopen TATA-Chess en derhalve van aanzienlijke informatiewaarde!

Zoals bij velen bekend heb ik een belangrijke verantwoordelijkheid in Wijk aan Zee: de uitreiking van de Banjaert-cup. Een sculptuur, jaarlijks door onze Hamburgse schaakvriend Holger Schwarzwald al vele jaren genereus ter beschikking gesteld. De benaming Banjaert-cup slaat eigenlijk als een tang op een varken, als men er op rekent een fraai gepolijste beker te zien. Het sculptuur in kwestie verbeeldt echter het edele schaakpaard op een wat plomp voetstuk.

Het afgelopen toernooi ging de uitreiking mooi de mist in door mijn onverantwoordelijk gedrag: absentie op de slotdag. Weliswaar had ik een Stellvertreter aangewezen, de hierboven al genoemde Dekker, echter met ontoereikende informatie. Door onvoorziene omstandigheden werd de prijs niet uitgereikt. Kortom: hij stond nog steeds te prijken op het nachtkastje van Paul. Een onverdraaglijke situatie, zeker naar de edele mecenas toe!

We besloten na te gaan of de rechtmatige winnaar alsnog met de trofee verblijd kon worden. En warempel: daar stond deze winnaar positief tegenover al had hij er niet echt op gerekend. De winnaar, Arend van Oosten, 72 jaar, wonend in het dorp Huis ter Heide vlakbij Zeist, is een bescheiden mens. Hij had het gewoel gemeden dat elke ochtend in de ontbijtzaal van Natuurvriendenhuis de Banjaert ontstond vanwege besprekingen over de tussenstand van de Banjaertcup. Zo was hem min of meer ontgaan dat hij wel degelijk een serieuze kandidaat bleek te zijn om deze prestigieuze prijs in de wacht te slepen. Arend is trouwens een zeer behoorlijk speler, in de jaren 70 scoorde hij nog eens remise in een serieuze partij tegen Max Euwe, de voormalige wereldkampioen! En met zijn 7½ pt uit 10 partijen in TATA-groep 2 zou hij bij ons wellicht het niveau van de Champion-groep hebben aangekund. In alle opzichten dus een waardig winnaar.

Na deze beknopte inleiding begrijpt u waarom ik het aangedurfd heb in de rode bolide van P. Dekker te stappen. Uiteraard zonder GPS-systeem, dat is toch niets voor mannen van onze leeftijd. Neen, Paul had een stevige desk-research gepleegd via internet door een overzichtelijke routebeschrijving te presenteren die ons met pijltjes naar links en naar rechts op de juiste koers richting Zeist moest brengen. Ondertussen het gaspedaal stevig intrappend vertelde hij nog wat wetenswaardigheden over de Dekkers. Zo bleken op het terrein van gaspedaal intrappen zijn dochters hem de baas, zeker waar het om dochter Esther ging. Bij de verkeersboetecentrale is zij geregistreerd als een kampioene snelheidsovertredingen. Zo leer je nog eens wat van die familie!

Ik was intussen al blij dat we veilig in Zeist aankwamen waar al ras bleek dat de pijltjes van Pauls routeplan weinig soulaas boden, vooral omdat de gemiddelde Zeistenaar niet van straatnaambordjes houdt. Noodgedwongen maakten we daarom gebruik van een eenzame bankemployé die beschikte over een moderne Smart-phone met GPS-app. En tsjonge-jonge: we bleken op loopafstand van de bestemming! Omdat het vrij fris was maar ook nog vroeg, verkenden we het bescheiden centrum vooral via een opwarmertje in een café en spoedig daarna in een restaurantje, van waaruit de speelzaal van de Zeister schaakclub snel te bereiken was.

De speelzaal is gelegen in een gebouw met de naam Maria-oord, dat bij Paul onmiddellijk een oprisping van zijn Roomse verleden deed veroorzaken. De Mariabeelden stonden ons al op te wachten in de speelzaal. Voor een R.K.-lid van een voormalige R.K.-vereniging natuurlijk een hartverwarmende ervaring en ook voor mij een bevestiging dat wij er goed aan hadden gedaan de prijs op deze plek af te leveren. Arend kwam vlak na ons de speelzaal binnen waar op dat moment nog de gezellige chaos van het jeugdschaak heerste. Maar in tegenstelling tot wat wij in Rotterdam gewend zijn, verdwenen hier klokslag 19.30 u. de jongetjes en meisjes als sneeuw voor de zon zodat de senior-competitiespelers hun gang konden gaan. Snel had ik Arend ingepraat wat hem als ceremonie protocollaire ter wachten stond en konden we de locatie bepalen waarbij ik het fotograferen en Paul de uitreiking voor zijn rekening zou nemen.

Uiteraard maande ik eerst de Zeister spelers tot wat kalmte en zwaaide toen lof naar hun bescheiden clubgenoot die zich zo geweldig had geweerd in Wijk aan Zee. Foto's werden genomen en alles leek o.k. Arend moest die avond als kopman van het bekerteam aan de slag, veel tijd om nog te praten was er dus niet. Toen ik echter mijn Ipad controleerde op de laatste genomen foto's, een taak die ik had uitbesteed aan een Zeistenaar, zag ik slechts wat ongeordend meubilair maar zeker geen herkenbare personen terug. Zodoende moest Arend nogmaals gestoord worden. Ik moet zeggen dat hij deze handelingen stoïcijns doorstond en ik zag later in de uitslagen dat hij zijn partij toch gewonnen had. Een echte prof dus! De terugreis verliep tenslotte verder zonder strubbelingen, tot verbazing van ons beiden trouwens. (Wijnand Dobbinga)