Harikiri in groepsverband (20 februari)
In navolging van het KNSB-bekerteam ligt ook ons RSB-bekerteam er na 2 rondjes uit. Met exact dezelfde cijfers nog wel (4-4), al kwamen die geheel anders tot stand. We lootten Spijkenisse in de kwartfinale, het team waarvan niemand begrijpt waarom het zo weinig punten scoort in de promotieklasse. In de Spijkzalen was het 17 februari benauwend warm en hersenkoeling met spablauw kon je vergeten, dus gifbekers alom. Geen excuus hoor, want het jongere Spijkteam speelde onder dezelfde omstandigheden, al blijft het ongelooflijk, dat de jeugd nu al gewend wordt onder barbaarse bejaardentemperaturen te spelen. Tegen de tijd dat ze zelf in zo'n huis terechtkomen, zal dat Russische gas vast op zijn.

Laat ik met onze beroepsspelers beginnen. Gehard onder alle omstandigheden als ze zijn, stond de praktisch thuisspelende Wil na de opening al heel bar, met onderontwikkeling, onveilige koning en gatenkaas pionstructuur en probeerde Spaan CarlsenSpaans met d3, wat de eerste 40 zetten geen wereldschokkend voordeel opleverde. Paul B speelde een f3 Siciliaan vrij makkelijk gelijk en kwam geleidelijk aan zelfs een fractie beter te staan. Zelf offerde ik al vroeg een stuk voor 2 pionnen met uitzicht om dat stuk op termijn weer terug te veroveren en veel spelruimte tussendoor. Het hogereschoolschaak dat daarna nodig was, was niet aan mij besteed, want een simpele tegenactie kostte een dame (tegen toren), waarna ik dat stuk wel mocht terugwinnen, maar doos natuurlijk.

De anderen leken daarna een tandje bij te zetten, want na afruilen oogde Wils stelling steeds minder verloren, al bleef hij met een boertje minder zitten. Pauls stelling groeide ook als gras en Spaan lukte het om een toren op de 7e rij te zetten.

Daarmee was de koek op. Wil ploeterde dapper door, maar het toreneindspel werd door Joey Brokaar toch behendig naar winst geschoven. Paul lette even niet op en werd verrast door een paardvork, die een pion kostte en met een koning in last door 2 torens en datzelfde paard bezegelde Wilmar Meijer zijn lot. Spaan kon toen de eer nog redden, door tijdig een paard te betrekken tegen een al door toren en loper belaagde, eenzame koning. Maar helaas, de timing was (in tijdnood) precies verkeerd en met kwal vóór, maar 4 verbonden vrijpionnen tégen, kon zelfs Spaan deze harikiri in groepsverband niet voorkomen.

En zo bewees Spijkenisse dat gerechtigheid en kloppende statistieken toch bestaan. (Koots Keet)

   Spijkenisse               1993 - RSR Ivoren Toren          1990 4  - 0
1. Rick van der Pluijm     z 2000 - Nathanael Spaan         w 2132 1  - 0
2. Wilmar Meijer           w 2050 - Paul Batenburg          z 1999 1  - 0
3. Fabian van Buuren       z 1924 - Herman Keetbaas         w 1946 1  - 0
4. Joey Brokaar            w 1999 - Wil Sparreboom          z 1885 1  - 0