Evenwichtskunst

door Koots Keet, 8 maart 2020


Werkelijk alles is gedaan om het evenwicht tussen RSRIT1 en Fianchetto/HZPS1 in de hoofdklasse van de RSB te verstoren. In ronde 6 op 6 maart stonden beide teams in match- en bordpunten immers precies gelijk. Een gelijkspelletje zou dan de sufste uitkomst zijn. Kampioen worden noch degraderen was aan de orde, dus spetterend schaak om te ontkomen aan het stigma van middenmootst lag in de rede. Beroepswedstrijdopener Paul Dekker had zich afgemeld, maar Arrian Rutten nam zijn honneurs waar.

Zouden jeugdspelers nog Asterix lezen? Dan zouden zij weet hebben van Corona Virus en Fidèle Bacillus en zo, als een van de twee bijwerkingen, hun ouders enigszins gerust kunnen stellen. In dromen zag ik mij al oreren over het gegeven dat de Lombard wel virusvrij moést zijn vanwege ons verdwijnende, maar hevig stinkende rookhok bij de ingang - als ergens russen achter staan, dan hier wel -, maar zulke viezige, obligate praatjes over dát verband konden nu gelukkig achterwege blijven.

In de sterren geschreven stond dat beide teams zich tactisch zouden opstellen. Iedereen weet dat dat net zoiets is als gokken met achtkantige dobbelstenen. Maar de kootsen waren elkaar te slim af en heel vreemd was het daarom niet dat beiden zich aan bord 1 aantroffen. Om kwart over acht was het alweer voorbij. Na 10 zetjes stond mijn zwarte h-pion al op h3. Erger nog was dat bijna ongemerkt een wit stuk op de 5e rij was verdwenen - altijd een linke rij voor carokannbestrijders. Arjan Schouteren moest even bijkomen van de schrik en stukken tellen, maar zag al gauw het zinloze van een verder vervolg in en ging liever even buitenspelen. Maar God, wat duurt zo'n avond dan lang!

Ook op de overige borden zaten precies die spelers tegenover elkaar, waar je vooraf benieuwd was naar de uitkomst. Bahman tegen de taaie krijger Theo van Zessen bijvoorbeeld. Een rollercoaster, vooral het eind. Het begin was voor Bahman met een agressief g4 en Theo's koning op f8. Maar in geen tijd draaide Theo de stelling helemaal om. Op een gegeven moment kon Theo de partij met Pd3+ simpel uittikken, maar hij koos voor het briljant ogende Le2. Bahman ontsnapte nog met kwaliteitsverlies en pion minder, maar de rest van de avond kon dat punt geteld.

Op papier leek ook Mark Beijen tegen Daniël van Loenen een veelbelovend koppel. Helaas voor Mark werd zijn isolani op d4 geblokkeerd door een sterk paard op d5 en waren zijn overige damevleugelpionnen zwak bij een gammele onderste rij. Tegenover al deze nadelen kon Mark eigenlijk niets stellen en dus werd de stand al snel weer gelijk.

Spaan schoof tegen John van Baarle het centrum dicht met pionnen op e5, d6 en c5. John had dus de keus tussen b4 of f4 om er een partij van te maken. Met f4 won volgens John in de analyse zo'n beetje alles. In de partij koos hij voor b4, waardoor Spaans' loper e7 naar b6 kon, waarna hij iets beter stond. Maar Spaan vond remise wel best en spaarde zich voor DD de volgende dag.

Paul Tromp ging een pluspion op d5 nogal ongelukkig verdedigen met Lb3 en Pc3. Aad Juijn probeerde om die pion d5 heen te spelen en die stukken buitenspel te laten staan. Zelfs een kwaliteitsoffer op e5 nam hij gewoon niet aan. Niet veel later werd tot een herenremise besloten, ook gezien de stand op de overige borden (2-2).


Op dat moment namelijk werden 2 punten geteld op de borden van Paul Batenburg en Wil Sparreboom en zag het er bij Fung en Bahman zeer somber uit. Paul B. ging lekker met gedekte vrijpion en toren op de open e-lijn, terwijl de witte toren van Erik Smeekes wat verdwaald was op zijn koningsvleugel. Paul maakte het soepel af.

Kwalitatief de beste partij kwam op naam van Michiel van Wissen. Ogenschijnlijk uit het niets creeërde hij een stelling, waarin wit minimaal een pion ging verliezen, ondanks het loperpaar voor Fung en talloze mogelijkheden om zwarte pionnetjes weg te snoepen. Fung koos een mystieke lopertoer, die hardhandig werd afgestraft (3-3).

Ja, en toen werd het dus koldertijd op bord 7 en 8. Wil (zwart) had een kwal geofferd voor een verzameling witte stukken op achterste rijen, die elkaar in de weg liepen. Volkomen terecht want al Wils stukken waren monsters. Daar had hij wel even wat langer van mogen genieten. In plaats daarvan won Wil zijn kwal terug, waarna er niet zo veel meer aan de hand was. In het vervolg sloeg Wil meerdere remiseaanboden van Gert af. Het was natuurlijk de schuld van de koots, die Wil met het vooruitzicht van topscorer had opgezadeld.

Ondertussen was Theo van Zessens voordeel uitgebouwd tot 2 torens tegen 1 loper. Uit armoe snoepte Bahman wat pionnetjes weg, waarvan er 1 heel hard ging hollen nadat Theo een volle toren had weggeblunderd (4-3). Voor de derde en laatste keer hielp invaller Bahman ons aan een beslissend matchpunt!

Wil had echter geen idee wat de tussenstand was of eerder andersom, 3-4. Wat de koots aan aandachttrekkerij ook probeerde, niets kon Wils roes verstoren. Het was inmiddels Gerts beurt om remise te weigeren en terecht, want zijn ooit brakke pionnen stonden door een subtiele lopermanoeuvre ineens aan de overkant. En zo kwam het door alle partijen hevig ontlopen resultaat toch tot stand.

Wedden dat na de laatste ronde nog steeds geen cijfermatig verschil te zien zal zijn?

 RSR Ivoren Toren 11931-Fianchetto/HZPS 119744 - 4
1.Herman Keetbaas1897-Arjan Schouteren18221 - 0
2.Michael Fung1951-Michiel van Wissen22640 - 1
3.Nathanael Spaan2152-John van Baarle2115½ - ½
4.Mark Beijen1856-Daniël van Loenen20000 - 1
5.Paul Batenburg2003-Erik Smeekes19551 - 0
6.Paul Tromp2016-Aad Juijn1946½ - ½
7.Wil Sparreboom1849-Gert Greeuw19260 - 1
8.Bahman Radfar1721-Theo van Zessen17611 - 0