Het afscheid

door Nathanaël Spaan, 9 november 2022


Kijkend naar de interne competitie bloeit de club als nooit tevoren. Helaas staat daar tegenover dat afgelopen seizoen twee leden afscheid van onze club hebben genomen. Zeker niet de minste leden, Wijnand Dobbinga, maar liefst bijna vijftig jaar lid geweest. Wijnand heeft net het gouden speldje van de KNSB misgelopen. Niet dat hij veel gemist heeft, dit speldje is zo klein dat het nog bij een poppetje uit Madurodam opgespeld kan worden. Arnold Rijken, onafgebroken lid vanaf 1985. Samen goed voor ongeveer 87 jaar lidmaatschap.

Gedurende hun lidmaatschap hebben beide heren verschillende bestuursfuncties vervuld. Beiden zijn voorzitter geweest, daarnaast is Arnold zowel wedstrijdleider intern als extern geweest, en penningmeester.

Arnold heeft vanwege gezondheidsredenen opgezegd. De vermoeidheid slaat ‘s avonds ongenadig bij hem toe. Wijnand is geëmigreerd naar België, alwaar hij in Antwerpen nog schaakt voor de club, genaamd de Oude God.


14 oktober was er een reünie van oudgedienden. Van links naar rechts Rob van der Lee, Wijnand Dobbinga en Arnold Rijken in het pittoresque Nieuwerkerk aan den IJssel

Over het ouder worden.

Het ouder worden, we ontkomen er niet aan. Wijnand is reeds een 70-plusser en Arnold een 60-plusser. Zelf werd ik in de zomer door een jongeling op pijnlijke wijze met dit onderwerp geconfronteerd: “Zo moet ik tegen jou spelen, oude man.” Ach, dacht ik, ik spreek je over vijftig jaar wel, dan kun je je rimpels flossen en valt je kunstgebit klapperend uit je mond. Deze brutale snotaap wist ik gelukkig met grote cijfers te verslaan. Het afpakken van zijn speentje hielp de overwinning te bespoedigen. Die jeugdige onoverwinnelijkheid hadden we natuurlijk zelf ook toen we jong waren en tegen oude mensen speelden. O, oude man, als je loopt kraken je botten, je speeksel is op en je stelling kan je opgeven. Niet wetende, dat we ooit zelf langzaam in zo’n positie verzeild raken. De jeugd weet dat ze elke dag ietsje sterker worden en dat bij de ouderen het middagdutje steeds langer duurt. Als een roedel jonge honden proberen ze de oude leeuwen te vloeren. Menigmaal heb ik in verloren stand een tandje bij moeten zetten om niet van ze te verliezen en de tandjes raken langzaam op, zeker de gouden.

Een ander symptoom van het ouder worden is dat de rating vaak richting het vriespunt daalt. Nu hebben Wijnand en Arnold daar niet heel veel last van gehad. De hoogste rating die Wijnand ooit gehad heeft was 1725 en die van Arnold 1600. Schakers met een hogere rating vallen natuurlijk dieper, zoals Jason een verlies heeft van 200 ratingpunten in een kort tijdsbestek. Of het door het ouder worden komt weet ik niet, maar bij eind veertig gaan de jaren al tellen. Tegenwoordig zijn er cursussen waarbij men leert om te gaan met zwaar ratingverlies. Wil men zich opgeven voor zo’n cursus, dan lezen we vaak op zo’n website het volgende: De cursus omgaan met depressies bij ratingverlies gaat wederom niet door.

Er zijn veel ouderen die een nacht tussen de zure lakens slapen, de zure broek instappen en de hele dag een zuur gezicht tegen iedereen opzetten. Bij Wijnand en Arnold is hier geen sprake van. Wijnand heeft een aanstekelijk enthousiasme. Zo geeft hij de jeugd les in Antwerpen. Arnold is een typische levensgenieter. Jong kunnen we in de geest blijven.

Op de vraag wat de charme van onze club was, antwoordde Arnold, de gezelligheid en Wijnand het rebelse.

Grappig is dat Arnold lid geworden is via Wijnand. Wijnand stond rond 1985 folders uit te delen voor onze club in het beursgebouw. Arnold mocht ook zo’n folder ontvangen en wilde gelijk lid worden. Zo is de cirkel toch weer rond.

Het gaat Ulieden goed in het eindspel van het leven.


Ter afsluiting van Wijnands bezoek een diner bij de Chinees. Het stralende middelpunt van deze foto is Conny, de vrouw van Arnold.